Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB7374

Datum uitspraak2007-10-23
Datum gepubliceerd2007-11-07
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
ZaaknummersC0301274
Statusgepubliceerd


Indicatie

De rechtbank heeft geoordeeld dat Egga niet aansprakelijk is op grond van onrechtmatige daad, omdat een handeling die een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst vormt, slechts dan aansprakelijkheid op grond van onrechtmatig handelen kan opleveren, indien de handeling ook onafhankelijk van de overeenkomst onrechtmatig is, hetgeen niet het geval is (rov 7.16. van het vonnis van 6 juli 2003). Sanovo heeft op dit punt het volgende betoogd met een beroep op onder meer HR 25 maart 1966, NJ 1966, 279 (Moffenkit), mvg, punt 4.3.6., blz. 33 onder b. Toen het contract met Ex-Trade tot stand kwam, wist Egga dat zij gewone eieren aan Sanovo zou gaan leveren aan wie zij ook op grond van het contract 1005 natuurlijke eieren moest leveren. Gelet op het belang van de labeling had Egga, indien nodig, maatregelen moeten treffen die zouden voorkomen dat een zending foutief werd gelabeld. Bij een afwijkende zending had Egga extra oplettend moeten zijn. Egga had kunnen voorzien dat een onjuiste labeling voor Sanovo grote risico's meebracht. De aan Egga bekende belangen van Sanovo leidden tot een verhoogde zorgplicht aan de zijde van Egga. Deze stelling kan Sanovo niet baten. Voor zover het hof zou kunnen concluderen tot een verhoogde zorgplicht van Egga, dan zou hiervan eerst sprake kunnen zijn indien vast zou staan dat Egga - in het kader van het contract Ex-Trade - een partij eieren heeft voorzien van een onjuist label. Dit is door Egga gemotiveerd betwist en staat, anders dan Sanovo betoogt, niet vast. Sanovo heeft wel gesteld dat nader onderzoek is gedaan en dat uit dat onderzoek naar voren is gekomen dat "de 25 april-zending" was gelabeld als een "1005-kontrakt-zending" [..], maar uit de door Sanovo overgelegde stukken [..] blijkt dit niet. Anders dan Sanovo stelt, rust de bewijslast van deze stelling op Sanovo en niet op Egga. Met de door Sanovo in appel overgelegde stukken [..] is dit bewijs niet geleverd. Sanovo heeft op dit punt in hoger beroep weliswaar bewijs aangeboden [..], maar het hof verwerpt dit als niet ter zake dienende. Zelfs indien bewezen zou worden dat Egga haar levering van 25 april 2001 heeft gelabeld alsof dit een levering uit het contract 1005 betrof, dan nog kan dat niet leiden tot aansprakelijkheid van Egga, omdat Sanovo onvoldoende heeft gesteld om te kunnen vaststellen dat Sanovo de op 25 april 2001 door Egga geleverde eieren heeft geleverd aan Novelli.


Uitspraak

typ. CB rolnr. C0301274/RO ARREST VAN HET GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH, sector civiel recht, vierde kamer, van 23 oktober 2007, gewezen in de zaak van: de vennootschap naar Deens recht SANOVO FOODS A/S, gevestigd te Odense, Denemarken, appellante bij exploot van dagvaarding van 15 oktober 2003, procureur: mr. Ph.C.M. van der Ven, tegen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid EGGA B.V., gevestigd te Ospel, gemeente Nederweert, geïntimeerde bij gemeld exploot, procureur: mr. R.J.H. van den Dungen, op het hoger beroep tegen het door de rechtbank Roermond gewezen vonnis van 16 juli 2003 tussen appellante - Sanovo - als gedaagde in conventie en eiseres in reconventie en geïntimeerde - Egga - als eiseres in conventie en verweerster in reconventie. 1. Het geding in eerste aanleg (zaaknummer 49288/HA ZA 02-201) Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis. 2. Het geding in hoger beroep 2.1. Sanovo [abusievelijk in de appeldagvaarding aangeduid als "Savano"] heeft bij memorie van grieven, onder overlegging van producties, geconcludeerd tot vernietiging van het in conventie en in reconventie gewezen vonnis van 16 juli 2003. Sanovo heeft bij memorie van grieven haar eis tot betaling van schadevergoeding door Egga, vermeerderd. Sanovo vordert in hoger beroep: primairveroordeling van Egga aan Sanovo te betalen een bedrag van EUR 1.242,486,18, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 21 mei 2001, althans vanaf een door het hof te bepalen datum, en voorts Egga te veroordelen aan Sanovo te betalen een door het hof te bepalen bedrag ter zake van door Sanovo geleden reputatieschade, subsidiair veroordeling van Egga aan Sanovo te betalen een door het hof in goede justitie, althans ex aequo et bono, vast te stellen bedrag, meer subsidiair Egga te veroordelen aan Sanovo de door haar geleden schade te betalen, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet. Sanovo vordert voorts Egga alsnog niet ontvankelijk te verklaren in haar vorderingen in conventie, althans haar deze te ontzeggen,zowel primair, als subsidiair als ook meer subsidiair Egga te veroordelen in de kosten van beide instanties, alles voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad. 2.2. Egga heeft, onder overlegging van drie producties, bij memorie van antwoord de grieven bestreden en geconcludeerd tot bekrachtiging van het in conventie en in reconventie gewezen vonnis van 16 juli 2003, met veroordeling van Sanovo in de kosten van beide instanties, uitvoerbaar bij voorraad. 2.3. Partijen hebben vervolgens de gedingstukken aan het hof overgelegd en uitspraak gevraagd. 3. De gronden van het hoger beroep Voor de gronden van het hoger beroep verwijst het hof naar voormelde memorie van grieven. 4. De beoordeling 4.1. Het gaat in dit hoger beroep om het volgende. 4.1.1. Sanovo is de grootste producent van eiproducten in Europa. Sanovo destilleert onder meer poeder uit eieren ten behoeve van de export en beschikt over machinerie om eiwit en eigeel te scheiden (cva, punt 2.1.1). Egga verkoopt en levert eieren van haar eigen legbedrijf. Daarnaast levert Egga eieren die zij bij andere productiebedrijven heeft ingekocht (mvg, punt 1.1., blz. 4, 4e alinea). 4.1.2. Bij aan- en verkoop van partijen schaaleieren wordt doorgaans gebruik gemaakt van een makelaar. Een zodanige makelaar is Zandhof Handelsgesellschaft GmbH (hierna: Zandhof) te Visbek, Duitsland. 4.1.3. Sanovo heeft door tussenkomst van Zandhof met Egga op 4 april 2001 een overeenkomst gesloten voor levering van schaaleieren in de periode week 14 tot en met week 52 van het jaar 2001. Egga diende op grond van deze overeenkomst per week twee vrachtwagens met schaaleieren aan Sanovo af te leveren. 4.1.4. Deze partij schaaleieren zou Sanovo leveren aan haar contractpartij in Italië (cva, prod. 1), Fattoria Novelli s.r.l. (hierna: Novelli). Dit betrof de levering van een partij schaaleieren met uitsluitend natuurlijke kleurstoffen (hierna: natuurlijke eieren). Egga diende deze partij natuurlijke eieren te voorzien van een palletnotitie waarop is vermeld "Kontrakt 1005 (Natural)", de legdatum, de dag waarop de eieren zijn verpakt en het aantal eieren. 4.1.5. Egga heeft in de periode 4 april 2001 tot 1 juni 2001 conform voormelde overeenkomst (rov 4.1.3.), hierna aangeduid als het contract 1005, schaaleieren bij Sanovo afgeleverd. Voor die leveringen heeft Sanovo het door Egga gefactureerde bedrag voldaan. 4.1.6. Sanovo heeft op 17 april 2001 aan Ex-Trade verzocht te bewerkstelligen dat aan Sanovo een partij "gewone" schaaleieren zou worden geleverd, waaronder partijen verstaan eieren met synthetische kleurstoffen (hierna: gewone eieren). Ex-Trade is een in Denemarken gevestigd Europees transactiecentrum voor kopers en verkopers van eiproducten en schaaleieren. Zowel Sanovo als Egga zijn lid van Ex-Trade. 4.1.7. Novelli heeft zich jegens Sanovo op het standpunt gesteld dat zij gewone schaaleieren geleverd had gekregen in plaats van de door Novelli bestelde natuurlijke schaaleieren. Bij faxbericht van 21 mei 2001 heeft Novelli het volgende aan Sanovo bericht (cvd in conventie, cvr in reconventie, prod. 17): Referring to the delivery of this morning I send you the results of the analytical controls made before the discharge of your truck. [...] DECISIONS TANK 1: for this once we ACCEPT the yolk IN DEROGATION from parameters ABS and ppm TANK 2: REJECT 4.1.8. Sanovo heeft zich op 21 mei 2001 tot Zandhof gewend teneinde opheldering te verkrijgen over de volgens Sanovo foutieve levering van eieren door Egga, dat wil zeggen de levering van gewone eieren in plaats van natuurlijke eieren. Sanovo heeft Zandhof bij faxbrief van 19 juni 2001 (cva in conventie, conclusie van eis in reconventie, prod. 6) onder meer het volgende medegedeeld: As agreed on the telephone I hereby send you the result from the analysis, which unfortunately sustain the claim from our customer. Based on this evidence we need your explanation for the issue and we are also forced so far to cancel future deliveries related to the contract. 4.1.9. Novelli heeft bij faxbericht van 1 juni 2001 het volgende aan Sanovo bericht (cvd in conventie, cvr in reconventie, prod. 18): the presence of synthetic pigments in the eggproducts is for us a very high hazard, in fact for a lot of our Customers this is the most important warranty required to us [...] We had big problems as the consequence of your last shipment and these situations wouldn't be repeat: for this reason from now we suspend the deliveries of natural yolk. [...] 4.1.10. Sanovo heeft bij emailbericht van 31 juli 2001 onder meer het volgende aan ([medewerker 1]) Zandhof bericht (cva in conventie, conclusie van eis in reconventie, prod. 7): I have received your reminder about the invoices that have not yet been paid and I can tell you that I have a very bad feeling about it. On the other hand I am still looking for an explanation for the incident with synthetic colours in deliveries where it should be based on natural colours only and I have not seen anything from you. As written and explained several times before we are not willing to pay the contracted amount for eggs that are not fullfilling the specifications on such an essential area. 4.1.11. Sanovo heeft bij emailbericht van 1 augustus 2001 aan Zandhof bericht dat Sanovo niet bereid was "to pay a high price for eggs that does not correspond to the most important parameter" (cva in conventie, conclusie van eis in reconventie, prod. 8). 4.1.12. Sanovo heeft bij faxbericht van 20 augustus 2001 onder meer het volgende aan Zandhof bericht (cva in conventie, conclusie van eis in reconventie, prod. 9, 1e stuk): However the investigation showed us that the eggs delivered via Ex-trade all were marked with the same pallet note as the one Egga is using to label the eggs that should correspond our contract (no 1005). Therefore the mistake in this matter is not the mistake of Sanovo Foods. [...] 4.1.13. Sanovo heeft bij het in rechtsoverweging 4.1.12. vermelde faxbericht aan Zandhof meegezonden de vrachtbrief van 24 april 2001 voorzien van batch-nummer 248/ 960, een "deliverynote" van 25 april 2001 en een palletnotitie (cva in conventie, conclusie van eis in reconventie, prod. 9, 6e stuk, respectievelijk 4e en 2e stuk). In de vrachtbrief is als expediteur Egga vermeld, als geadresseerde Ex-Trade en als ontvanger Sanovo. Tevens is in de vrachtbrief onder "Speciale overeenkomsten" vermeld "Reclamaties binnen 24 uur na levering". In de deliverynote is vermeld dat op 25 april 2001 ongeveer 18.000 kilo eieren op pallets "in good order" zijn ontvangen van Egga. 4.1.14. Egga heeft bij faxbrief van 22 augustus 2001 onder meer het volgende aan Zandhof medegedeeld (cva in conventie, conclusie van eis in reconventie, prod. 11): We postpone the deliveries for two reasons: 1) The oldest invoices that still have to be paid are over 75 days old, and also not one earlier delivery is paid on the time that we agreed in the contract.[...] Also are all the extra costs that we have while we can not deliver for Sanovo Foods a/s. 4.1.15. Sanovo heeft bij emailbericht van 30 augustus 2001 onder meer het volgende aan Zandhof bericht (cva in conventie, conclusie van eis in reconventie, prod. 10): I have with thanks received your letter about the termination of the deliveries. As mentioned earlier we have received eggs from you and according to the laboratory test these were proven to contain synthetic colours.[...] This has been informed you at an early time after the incident and we also informed you about the severe problem it caused us wherefore we considered our contract to be violated and we were not willing to accept the deliveries any more under the conditions mentioned in our contract with Zandhof. 4.2.1. Egga heeft Sanovo bij exploot van 7 december 2001 gedagvaard en, na vermeerdering van eis bij pleitnotities tevens akte tot vermeerdering van eis d.d. 3 juni 2003, gevorderd dat de rechtbank Sanovo veroordeelt tot betaling van NLG 802.615,35, te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom, met veroordeling van Sanovo in de kosten van het geding, alles uitvoerbaar bij voorraad. 4.2.2. Egga heeft het bedrag van NLG 802.615,35 als volgt gespecificeerd: hoofdsom NLG 769.368,49 wettelijke rente tot 1 oktober 2001 NLG 10.398,86 winstderving NLG 22.848,00 4.2.3. Egga heeft aan haar vordering de volgende stellingen ten grondslag gelegd. Sanovo heeft ten onrechte het bedrag van NLG 769.368,49 (= EUR 349.124,19) voor de leveringen over de periode 6 juni 2001 tot en met 17 augustus 2001 niet betaald. Voorts heeft Sanovo ten onrechte de leveringen door Egga vanaf 17 augustus 2001 geweigerd. Daardoor heeft Sanovo in de periode week 34 tot en met 39 van 2001 winst gederfd ad NLG 22.848,- (= EUR 10.367,97). Dit bedrag is vastgesteld op basis van de contractprijs minus de dagprijs. 4.3.1. Sanovo heeft in reconventie gevorderd dat Egga wordt veroordeeld: a) tot betaling van EUR 57.330,- aan Sanovo, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 mei 2001, althans vanaf een in goede justitie te bepalen datum; b) tot betaling van een in goede justitie te bepalen bedrag wegens derving van winst, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf een te bepalen datum; c) tot betaling aan Sanovo van EUR 94.999,65 wegens een door Sanovo teveel betaald bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 augustus 2001, althans vanaf een te bepalen datum; d) tot betaling aan Sanovo van een in goede justitie te bepalen bedrag wegens door Sanovo geleden immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf een te bepalen datum; e) in de proceskosten. 4.3.2. Sanovo heeft deze vorderingen gegrond op de volgende stellingen. Sanovo heeft schade geleden als gevolg van wanprestatie door Egga dan wel onzorgvuldig handelen van Egga. Deze schade bestaat uit de winst die Sanovo heeft gederfd doordat Novelli de met Sanovo bestaande overeenkomst door toedoen van Egga heeft beëindigd. Dit betreft een bedrag van EUR 57.330,-. Voorts lijdt Sanovo schade door het uitblijven van overeenkomsten met Novelli die in de toekomst zouden zijn gesloten. Ook deze schade dient Egga te vergoeden. Verder heeft Egga in de week 19 tot en met week 33 van 2001 ten onrechte eieren aan Sanovo gefactureerd op basis van de kiloprijs van natuurlijke eieren, terwijl Egga in werkelijkheid - veel goedkopere - gewone eieren heeft geleverd. Daardoor heeft Sanovo in voormelde periode EUR 94.999,65 te veel betaald. Ook heeft Sanovo immateriële schade geleden doordat men in de bedrijfstak waarin Sanovo werkzaam is, snel bekend zal worden met het niet aan haar toe te rekenen feit dat zij niet de juiste eibestanddelen heeft geleverd aan Novelli. 4.3.3. De rechtbank heeft in conventie de vordering van Egga tot betaling aan Sanovo van EUR 349.124,20 en een bedrag van EUR 4.718,79 (= NLG 10.398,86) wegens wettelijke rente tot 1 oktober 2001, dus in totaal een bedrag van 353.842,99 wegens openstaande facturen over de periode 6 juni 2001 tot en met 17 augustus 2001 toegewezen. Voorts heeft de rechtbank een bedrag van EUR 10.367,97 wegens winstderving over de periode week 34 tot en met week 39 van 2001 toegewezen. Over een bedrag van EUR 349.124,20 heeft de rechtbank de wettelijke rente toegewezen vanaf 1 oktober 2001. De door Egga bij dagvaarding ingestelde vordering tot betaling door Sanovo van winstderving over de periode week 40 tot en met week 52 had Egga in eerste aanleg niet gehandhaafd en maakt geen onderdeel uit van de rechtsstrijd in appel. De rechtbank heeft de vordering in reconventie afgewezen. 4.4.1. Het hof stelt voorop dat de rechtbank zich terecht bevoegd heeft geacht van de vorderingen in conventie en in reconventie kennis te nemen en ook terecht is uitgegaan van de toepasselijkheid van Nederlands recht. 4.4.2. Het verwijt van Sanovo aan Egga houdt naar de kern genomen in dat Egga op 25 april 2001 via Ex-Trade aan Sanovo een zending gewone eieren heeft (af)geleverd die was gelabeld als een zending natuurlijke eieren, als gevolg waarvan Sanovo aan Novelli een verkeerd product heeft geleverd (punt 1.2. en 1.3. pleitaantekeningen d.d. 3 juni 2003 en punt 2.1. mvg). 4.4.3. Uit de stellingen van Sanovo volgt dat de door haar gestelde tekortkoming van Egga geen betrekking heeft op het contract 1005 tussen Sanovo en Egga. 4.4.4. Dit betekent dat Egga alleen dan jegens Sanovo aansprakelijk kan zijn op grond van toerekenbare tekortkoming indien aan de partij eieren die Egga bij Sanovo heeft afgeleverd en die volgens Sanovo was voorzien van een onjuist label, een overeenkomst tussen Sanovo en Egga ten grondslag lag. 4.4.5. Sanovo heeft in dit verband gesteld dat zij op 17 april 2001 bij Ex-Trade een order heeft geplaatst, dat Ex-Trade op haar beurt, zonder dat Sanovo daarmee bekend was, de order van Sanovo bij Egga heeft geplaatst en dat Egga vervolgens de order bij Sanovo heeft afgeleverd (mvg, punt 3.1. onder c, blz. 8, 5e alinea). Uit deze stellingen volgt dat Sanovo voor deze order (hierna: het contract Ex-Trade) een overeenkomst heeft gesloten met Ex-Trade en niet met Egga. 4.4.6. Sanovo stelt voorts dat het contract 1005 en het contract Ex-Trade weliswaar twee verschillende, op zich staande overeenkomsten zijn en twee verschillende producten betreffen, maar dat deze overeenkomsten gelet op de specifieke omstandigheden met elkaar een schakel zijn gaan vormen waardoor zowel de beide overeenkomsten als ook de belangen van de bij de overeenkomsten betrokkenen met elkaar verbonden zijn (mvg, punt 4.3.5., blz. 29, 4e en 5e alinea). Het hof verwerpt dit standpunt. Het contract 1005 is tussen Sanovo en Egga door tussenkomst van Zandhof tot stand gekomen en ziet op levering van natuurlijke eieren. Het contract Ex-Trade is tussen Sanovo en Ex-Trade tot stand gekomen en ziet op levering van gewone eieren. Deze eieren heeft Ex-Trade bij Egga betrokken en Egga heeft de eieren bij Sanovo afgeleverd. Gesteld noch gebleken is dat Egga op een andere wijze bij de overeenkomst tussen Sanovo en Ex-Trade was betrokken dan als degene bij wie Ex-Trade de eieren heeft besteld die voor Sanovo bestemd waren. Sanovo stelt immers zelf dat zij niet wist dat Ex-Trade de order had geplaatst bij Egga. De arresten waarop Sanovo zich beroept (mvg, blz. 31) missen derhalve relevantie. Het hof verwerpt dus de stelling van Sanovo dat Egga "onder het 1005-Kontrakt" wanprestatie heeft gepleegd (mvg, blz. 30, 4e alinea). 4.4.7. De rechtbank heeft geoordeeld dat Egga niet aansprakelijk is op grond van onrechtmatige daad, omdat een handeling die een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst vormt, slechts dan aansprakelijkheid op grond van onrechtmatig handelen kan opleveren, indien de handeling ook onafhankelijk van de overeenkomst onrechtmatig is, hetgeen niet het geval is (rov 7.16. van het vonnis van 6 juli 2003). 4.4.8. Sanovo heeft op dit punt het volgende betoogd met een beroep op onder meer HR 25 maart 1966, NJ 1966, 279 (Moffenkit), mvg, punt 4.3.6., blz. 33 onder b. Toen het contract met Ex-Trade tot stand kwam, wist Egga dat zij gewone eieren aan Sanovo zou gaan leveren aan wie zij ook op grond van het contract 1005 natuurlijke eieren moest leveren. Gelet op het belang van de labeling had Egga, indien nodig, maatregelen moeten treffen die zouden voorkomen dat een zending foutief werd gelabeld. Bij een afwijkende zending had Egga extra oplettend moeten zijn. Egga had kunnen voorzien dat een onjuiste labeling voor Sanovo grote risico's meebracht. De aan Egga bekende belangen van Sanovo leidden tot een verhoogde zorgplicht aan de zijde van Egga. 4.4.9. Deze stelling kan Sanovo niet baten. Voor zover het hof zou kunnen concluderen tot een verhoogde zorgplicht van Egga, dan zou hiervan eerst sprake kunnen zijn indien vast zou staan dat Egga - in het kader van het contract Ex-Trade - een partij eieren heeft voorzien van een onjuist label. Dit is door Egga gemotiveerd betwist en staat, anders dan Sanovo betoogt, niet vast. Sanovo heeft wel gesteld dat nader onderzoek is gedaan en dat uit dat onderzoek naar voren is gekomen dat "de 25 april-zending" was gelabeld als een "1005-kontrakt-zending" (mvg, punt 3.1., blz. 16, 5e alinea), maar uit de door Sanovo overgelegde stukken (weergegeven in rov 4.1.13. van dit arrest) blijkt dit niet. Anders dan Sanovo stelt, rust de bewijslast van deze stelling op Sanovo en niet op Egga. Met de door Sanovo in appel overgelegde stukken (productie A-5a) is dit bewijs niet geleverd. Sanovo heeft op dit punt in hoger beroep weliswaar bewijs aangeboden (mvg, punt 7.2.), maar het hof verwerpt dit als niet ter zake dienende. Zelfs indien bewezen zou worden dat Egga haar levering van 25 april 2001 heeft gelabeld alsof dit een levering uit het contract 1005 betrof, dan nog kan dat niet leiden tot aansprakelijkheid van Egga, omdat Sanovo onvoldoende heeft gesteld om te kunnen vaststellen dat Sanovo de op 25 april 2001 door Egga geleverde eieren heeft geleverd aan Novelli. 4.4.10. Het hof komt derhalve evenals de rechtbank tot het oordeel dat Egga niet aansprakelijk is wegens toerekenbare tekortkoming of onrechtmatig handelen. 4.4.11. Dit betekent dat Sanovo niet bevoegd was de overeenkomst met Egga tot levering van schaaleieren in de periode week 14 tot en met week 52 van het jaar 2001 (rov 4.1.3.) gedeeltelijk te ontbinden. Sanovo is dus eveneens betaling verschuldigd voor leveranties die Egga in de periode 6 juni 2001 tot en met 17 augustus 2001 op grond van het contract 1005 aan Sanovo heeft gedaan, welke leveranties Sanovo heeft behouden. Volgens Egga betrof dit een bedrag van NLG 769.368,49 (EUR 349.124,20) in hoofdsom. Terecht vordert Egga de prijs van natuurlijke eieren, nu dat tussen partijen is overeengekomen en gesteld noch gebleken is dat de door Egga volgens contract 1005 geleverde eieren aan die kwalificatie niet voldeden. Sanovo verwijt Egga immers niet dat zij op grond van dit contract gewone eieren heeft geleverd in plaats van natuurlijke eieren, maar dat Egga een partij gewone eieren (geleverd op grond van het contract Ex-Trade) heeft gelabeld als natuurlijke eieren, hetgeen niet is komen vast te staan (rov 4.4.9. van dit arrest). 4.4.12. Nu voorts het contract 1005 inhield levering van natuurlijke eieren door Egga in de periode week 14 tot en met week 52 van 2001 en uit het vorenstaande voortvloeit dat deze overeenkomst niet rechtsgeldig door Sanovo is ontbonden, heeft Sanovo het Egga onmogelijk gemaakt na 17 augustus 2001 te leveren en te voldoen aan de overeenkomst tussen partijen. Als gevolg daarvan heeft Egga schade geleden waarvoor de rechtbank terecht Sanovo aansprakelijk heeft geacht. Het betreft schade wegens door Egga gederfde winst in de periode week 34 tot en met 39 van 2001. Egga heeft het schadebedrag van NLG 22.848,- (= EUR 10.367,97) vastgesteld op basis van de contractprijs minus de dagprijs en dit bedrag nader onderbouwd bij dupliek in reconventie, punt 11. Hiertegen heeft Sanovo onder meer aangevoerd dat een eventuele winstderving van Egga geheel is gecompenseerd door de in week 40 tot en met week 52 door Egga gemaakte winst op haar producten. 4.4.13. Dit betoog komt er op neer dat Egga haar schade wegens winstderving in de periode tot week 40 niet vergoed zou dienen te krijgen omdat zij na week 40 voordeel heeft genoten van de weigering van Sanovo om harerzijds het contract 1005 na te komen. Het hof begrijpt dit als een beroep op het bepaalde in artikel 6:100 BW. Het hof volgt Sanovo hierin niet. Tegenover de betwisting door Egga dat zij in week 40 tot en met 52 van 2001 hogere prijzen voor haar eieren heeft kunnen vragen dan met Sanovo was overeengekomen en dus winst heeft gemaakt, heeft Sanovo die stelling onvoldoende onderbouwd. 4.4.14. Voor zover moet worden begrepen dat Sanovo zich in conventie op het standpunt heeft gesteld dat zij voor de levering van eieren door Egga in week 14 tot en met week 52 van 2001 slechts de prijs was verschuldigd voor gewone eieren, overweegt het hof het volgende. Volgens Sanovo is Egga door gewone eieren te leveren, zo ernstig tekort geschoten in de nakoming van de overeenkomst dat Sanovo bevoegd is die overeenkomst te ontbinden zodanig dat Sanovo is bevrijd van de thans door Egga gestelde betalingsverplichtingen. Uit het hiervoor overwogene vloeit voort dat dit verweer moet worden verworpen. 4.4.15. Sanovo heeft in hoger beroep nog betoogd dat zij vanaf 25 april 2001 alle zendingen heeft verwerkt in "het 21 mei-transport van Novelli" en dat op grond daarvan alle zendingen van Egga aan Sanovo in de periode 25 april 2001 tot 17 augustus 2001 voor Sanovo "waardeloos" waren, zodat Sanovo recht heeft op terugbetaling van EUR 101.010,30 (mvg, punt 5.2.2., blz. 38, 1e alinea). Deze stelling stuit eveneens af op het hiervoor overwogene. 4.4.16. Ook de stellingen van Sanovo die er op neerkomen dat zij door toedoen van Egga vermogensschade en reputatieschade heeft geleden en zal lijden, stuiten af op het vorenstaande. De rechtbank heeft de vordering van Sanovo in reconventie derhalve terecht afgewezen. 4.4.17. Sanovo heeft voorts betoogd dat de rechtbank ten onrechte een rentevordering ad EUR 62.235,96 van Egga zowel tot 1 oktober 2001 als vanaf deze datum heeft toegewezen. Sanovo kan deze rentevordering niet plaatsen (mvg, 5.2.3., blz. 39, 2e alinea). 4.4.18. Het hof overweegt als volgt. De rechtbank heeft de bedragen van EUR 349.124,20 en EUR 10.367,97 toegewezen, dus een bedrag van EUR 359.492,17 in totaal. Daarenboven heeft de rechtbank een bedrag van EUR 4.718,79 (= NLG 10.398,86) aan wettelijke rente tot 1 oktober 2001, zoals door Egga gevorderd, toegewezen en daarnaast de gevorderde wettelijke rente vanaf 1 oktober 2001. 4.4.19. De rechtbank heeft op goede gronden de rentevordering toewijsbaar geacht. Egga heeft in de inleidende dagvaarding gesteld dat wettelijke rente was verschuldigd, nu de facturen steeds binnen 28 dagen na de factuurdatum hadden moeten worden betaald. Volgens Egga beliep de rente over EUR 349.124,20 tot en met 1 oktober 2001 een bedrag van NLG 10.398,86. Sanovo heeft haar verweer tegen deze rentevordering uitsluitend gebaseerd op stellingen die hiervoor zijn verworpen. 4.4.20. De rechtbank heeft derhalve terecht de vordering van Egga toewijsbaar geacht. De stellingen van Sanovo die er op neerkomen dat zij schade heeft geleden doordat zij heeft voldaan aan het bestreden vonnis, moeten dus eveneens worden verworpen. 4.4.21. Nu geen der grieven doel treft, zal het bestreden vonnis worden bekrachtigd. 4.4.22. Sanovo zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Egga. 5. De uitspraak Het hof: I. bekrachtigt het vonnis d.d. 16 juli 2003 waarvan beroep; II. wijst af het meer of anders gevorderde; III. veroordeelt Sanovo in de proceskosten van het hoger beroep, welke kosten aan de zijde van Egga tot de dag van deze uitspraak worden begroot op EUR 4.824,- aan vast recht en op EUR 4.580,- aan salaris procureur; IV. verklaart dit arrest ten aanzien van punt III uitvoerbaar bij voorraad. Dit arrest is gewezen door mrs. Meulenbroek, Huijbers-Koopman, en Hofkes en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof op 23 oktober 2007.